Subdosha Deel 2 Pitta dosha:

 

Pitta dosha kent vijf subdosha’s waarvan Pachaka Pitta de belangrijkste is.

 

Pachaka Pitta (Sanskriet. Pācaka; pac + aka). is het spijsverteringsvuur dat zich in de de dunne darm bevindt en de kracht regelt van de spijsvertering (David Frawley, 2004). Pachaka verteert het eten en splitst het in voedingsstoffen en afvalstoffen. Pachaka betekent letterlijk “hij die verteert, hij die kookt.“ dus gaat het hier hoofdzakelijk om vuur en koken. 

Fysiologisch gezien staat Pachaka enerzijds direct in verband met de stoffen die door de twaalfvingerige darm afgescheiden worden. Anderzijds staat Pachaka in verband met het endocriene systeem van het maagdarmstelsel (APUD systeem). Dit systeem scheidt hormonen af, die de spijsvertering in de maag en dunne darm reguleren.

Plaats van de spijsvertering

Het is belangrijk om op te merken dat de spijsvertering niet in de maag plaatsvindt, zoals vaker gedacht wordt, maar in de dunne darm. De maag heeft drie functies: het kneden en fijnmaken van voedsel, het doden van bacteriën en het afbreken van eiwitten en vetten. Dat eerste gebeurt door maagzuur en het tweede door enzijmen zoals pepsine dat afgescheiden wordt door cellen uit  de maagwand. De volledige vertering van het eten begint in de twaalfvingerige darm. Drie stoffen worden in de twaalfvingerige darm afgescheiden tijdens dit proces.

Rol van pancreassappen

Als eerste worden pancreassappen afgescheiden (1.5-2 L per dag). Pancreassappen bevatten een complete reeks aan enzymen die nodig zijn voor de hydrolyse van het chymus, dat doordrenkt is met maagsap en slijm. Drie van deze enzymen zijn protease, amylase en lipase. Proteasen zoals trypsine splijten eiwitten. Amylase breekt koolhydraten af, en lipase breekt vetten af. Als Pachaka uit balans is, kan de verhouding van deze enzymen verschuiven en de kwaliteit van de spijsvertering beïnvloeden.

Rol van gal

De tweede stof is gal (1.0-1.8 L per dag). Gal bevat geen enzymen, maar bestaat uit stoffen die nodig zijn voor de hydrolyse van vetten en de absorptie van vetzuren (galzuur en lecithine). Zonder gal wordt vet door het lichaam niet opgenomen. Als Pachaka uit balans is, wordt de assimilatie van vetten beïnvloedt. Bij assimilatie wordt een organische verbinding opgebouwd uit eenvoudigere organische componenten en/of uit anorganische stoffen zoals kooldioxide en water. Het doel is om voor het lichaam bruikbare organische stoffen te vormen. Hierbij wordt energie vastgelegd als chemische energie in de organische moleculen.

Rol van darmsap

De derde secretie is eigenlijk darmsap (2.5 L per dag), die door de cellen in de wanden van dunne darm afgescheiden wordt. Deze sap bevat alle bovengenoemde enzymen, net als pancreas sap. Pachaka wordt dus geassocieerd met de spijsverteringssecreties van de dunne darm.

Pachaka Pitta is het spijsverteringsvuur

In het algemeen wordt gezegd dat veel warmte gegenereerd wordt tijdens het spijsverteringsproces. De vraag is hoe deze warmte ontstaat. Tijdens defase waarin het eten afgebroken wordt om energie voor alle lichaamsprocessen te genereren, is het toch onmogelijk om hitte te genereren? Het lichaam initieert een groot aantal energie-intensieve biochemische en biofysische processen om het eten volledig te kunnen verteren. Hiervan zijn de synthese en afscheiding van enzymen en de absorptie van de gehydrolyseerde voedingsstoffen de belangrijkste. Het lichaam gebruikt hiervoor ongelofelijk veel kracht en wordt hierbij ondersteund door een sterkere toestroom van bloed naar het spijsverteringskanaal. Deze kracht wordt als warmte waargenomen, dus als het spijsverteringsvuur Pachaka Pitta.

Hypofyse

Een ander aspect is de rol van Pachaka bij het endocriene system van de darmen, waarin bepaalde cellen in de slijmvliezen een breed scala aan hormonen afscheiden om de complexe spijsverteringsmechanismen te reguleren. Tot deze hormonen horen secretine, cholecystokinine en gastrine. De twaalfvingerige darm wordt daarom vaak met de hypofyse vergeleken, omdat hij een grotere hoeveelheid hormonen afscheidt tijdens de spijsvertering dan alle andere klieren op één dag.

Disbalans Pachaka

Een disbalans van Pachaka leidt dus onvermijdelijk tot een verstoring van de meest verfijnde afgestemde processen van de spijsvertering, en wordt geassocieerd met een aantal psychosomatische stoornissen zoals maagzweren, ontstekingen aan het duodenum (duodenitis) en maagslijmvliesontstekingen.

Vata speelt mee

Het is belangrijk om te weten dat Pachaka Pitta ook verband houdt met de werking van Vata. De afscheiding van enzymen, gal en galzuur wordt geassocieerd met de vagovagale reflexen van het enterisch zenuwstelsel.  Het enterische zenuwstelsel is het eigen zenuwstelsel van het spijsverteringsstelsel.

Belang van Pachaka Pitta

Pachaka Pitta is de basis en ondersteund alle andere subdoshas van Pitta. Omdat het spijsverteringsvuur een belangrijke bron van warmte is, verdient Pachaka Pitta bijzondere aandacht bij de behandeling van Pitta in zijn totaliteit.


Ranjaka (Sanskriet: Rañjaka) is letterlijk “de verver, hij die verft.” Ranjaka geeft Rasa (plasma) haar roze kleur en draagt bij aan de transformatie van Rasa in Rakta (het aanmaken van rode bloed cellen). Volgens Sishruta zit Ranjaka in de lever en de milt, maar ook en het bloed (David Frawley, 2004). Ranjaka geeft kleur aan bloed, gal en de ontlasting.

Fysiologisch gezien houdt het vuur van Ranjaka verband met alle biochemische systemen betrokken bij de stofwisseling van heemverbindingen en ijzer. Daarom ondersteunt Ranjaka het bijhouden van het hemoglobinegehalte. Prana Vata en Viana Vata hebben deze steun nodig om zuurstof en energie te transporteren naar de lichaamsweefsels. 

Heemverbindingen ondersteunen de functionele activiteit van enzymen. Tot deze groep horen:

  • Hemoglobine en myoglobine, die de overdracht van gassen (uit de ademhaling) tussen weefsels en bloed faciliteren.
  • Cytochromen, sterke enzymen die ontgiften en gifstoffen neutraliseren, die hoofdzakelijk in de levercellen te vinden zijn.
  • Katalase (uit het Grieks χαταλύω, vernietigen), een enzymenstelsel dat peroxide afbreekt, die tijdens de biologische oxidatie van waterstof ontstaat, en dat alcoholen en nitrieten met een laag moleculair gewicht in de aanwezigheid van peroxide oxideert. Katalase is betrokken bij het herstel van weefsel en wordt gevonden in bijna alle organismen.
  • Peroxidase (zie katalase)

De synthese van heemverbindingen vindt in alle cellen plaats, maar het meest in de lever en merg. Een heemverbinding bestaat uit een bivalent van geïoniseerd ijzer en protoporfyrine (een eiwit met chromofoor, een lichtgevoelig bestanddeel ). Verstoringen van Ranjaka kunnen Porfyrie veroorzaken (verzamelnaam voor een aantal stofwisselingziektes). Bij Porfyrie hopen zich de metabolieten uit de heemsynthese in weefsels op en veroorzaken verkleuringen en gevoeligheid voor licht. Pitta-types zijn hier gevoeliger voor vanwege een genetische aanleg een hoger porfyrinegehalte. Deze metabolieten kunnen door een giftige werking op het zenuwstelsel neuro-psychiatrische symptomen veroorzaken. Door het verhoogde porfyrinegehalte raken mensen met een Pitta constitutie snel geïrriteerd en boos, maar ze worden ook bijzonder actief en inzichtvol.

Katabolisme van heem leidt tot de afbouw van bilirubineproducten, die de huid, urine en ontlasting verkleuren. Bij ernstige leverziektes kan dit tot geelzucht leiden. Het is uiterst belangrijk om te begrijpen dat verstoringen Ranjaka Pitta altijd geassocieerd worden met leveraandoeningen.

Ranjaka wordt geassocieerd met de omzetting van ijzer. Een disbalans hiervan kan resulteren in diverse vormen van bloedarmoede (ijzertekort, auto-immuun stoornissen).

 

Bhrajaka (Sanskriet Bhrājaka; bhrāj) betekent letterlijk “schijnen, flitsen”. Dit vuur  bevindt zich in de huid en zorgt voor de glans en kleur van de huid en het gezicht. Bij netelroos en rode vlekken. Bhrajaka Pitta is verantwoordelijk voor de absorptie van warmte uit de omgeving via de huid (David Frawley, 2004).

Bhrajaka is nauw verwant aan Ranjaka Pitta, omdat allebei bij een verstoring invloed op de huidskleur hebben.  De link is de omzetting van porfyrinen (producten uit de afbraak van heem, zoals bilirubine), maar heeft zijn eigen eigenschappen gerelateerd aan het pigment melanine, de hormoon melatonine, het immuunsysteem en het microvatensysteem.

Het is bekend dat gamma-melanocyt-stimulerend hormoon (γ -MSH)  de vermeerdering van melanocyten in de huid en de productie van zwart pigment (melanine) stimuleert,. Daarom worden de verkleuring van de huid en de bescherming tegen UV-stralen versterkt, en als gevolg wordt ook de absorptie van warmte via de huid beïnvloed. We weten dat zwart zonlicht goed absorbeert, en als gevolg hiervan ook warmte. De kleur van melanine is duidelijk zichtbaar in moedervlekken. Individuen met een Pitta constitutie zijn vaak “gebrandmerkt” door de zon met vlekjes zonlicht (ophoping van melanocyten).

Daarnaast neutraliseert melatonine de schadelijke effecten van oxidatie, de hoofdoorzaak van veroudering en verbleken van de huid. De belangrijkste functie van melatonine is het beschermen van het hele lichaam tegen oxidanten, want melatonine doordringt alle organen en weefsels.  Het anti-oxidante mechanisme wordt gemanifesteerd in het vermogen om vrije radicalen aan zich te binden (zelfs diegenen die tijdens de lipide peroxidatie van  hydroxylradicalen en exogene carcinogenen). Ook wordt glutathionperoxidase (een beschermende factor tegen schade door vrije radicalen) geactiveerd. De doel van deze anti-oxidante werking is het beschermen van de DNA.

Melatonine wordt aangemaakt in de pijnappelklier, maar de hoeveelheid is niet voldoende om de volledige biologische werking te waarborgen. Daarom wordt melatonine ook door Enterochromaffin cellen in de maag-darmkanaal aangemaakt. Deze cellen maken serotonine aan (ze bevatten tot 95% van de endogene serotonine), de voorloper van melatonine. Dit verbindt Bhrajaka Pitta met Pachuca Pitta.

We weten dat serotonine een sterk regulerend effect hebt op de kwaliteit van vaten, en dat de serotoninegehalte in het bloed bepalen kan hoeveel warmte geëlimineerd of opgenomen wordt door de huid.

Het afweersysteem van de huid heeft ook een fysiologische functie die nauw verwant is met Bhrajaka Pitta. De Langerhans cellen in bepaalde huidlagen hebben het vermogen om lymfocyten te “leren” hoe ze binnendringers in het lichaam kunnen opsporen en vernietigen. De huid bezit ook microbiële flora waarmee wij een “samenwerkingsverband” hebben: ze helpen ons om ons te beschermen tegen agressieve ziekteveroorzakers, en ze vormen het ecosysteem van onze huid (zoals de bacteriën in de darmen dat doen). Verstoringen van Bhrajaka Pitta kunnen de samenwerking tussen deze bacteriën en het afweersysteem van de huid ontregelen en zodoende bijdragen aan ontstekingsaandoeningen van de huid.

Tevens weten we dat bij blootstelling van de huid aan UV stralen de actieve vorm van vitamine D aangemaakt wordt. Vitamine D is een krachtige immunomodulator en draagt bij aan de omzetting van calcium. Vitamine D versterkt de opname van calcium door de darmen. De van naturen fluctuerende productie van Vitamine D kan ook het afweersysteem van de huid beïnvloeden.

 

Sadhaka (Sanskriet: Sādhaka) betekent letterlijk “hij die moeite doet om zijn doel te bereiken”. Dit is het vuur dat aangeeft wat de waarheid, de realiteit is. Sadhaka ligt in het brein en in het hart, en zorgt ervoor dat we met ons intellect, onze geest of ons ego onze doelen kunnen bereiken. Deze doelen kunnen zowel werelds (plezier, rijkdom, prestige) zijn als spiritueel (het streven naar bevrijding). Sadhaka Pitta stuurt zowel onze mentale energie aan, als ook de “vertering” op mentaal niveau (assimilatie van ideeën) en ons vermogen om verschillen te herkennen.  Yoga, in het bijzonder Jñāna-yoga (yoga van kennis), benadrukt het wezenlijke  belang van Sadhaka (David Frawley, 2004).

Hrydaya (het hart, maar ook het brein als denkorgaan) is de zetel van Sadhaka Pitta. Sommige schrijvers geloven dat Sadhaka Pitta zich in  het limbische systeem en de aanverwante gebieden van hersenschors bevindt. Volgens Vagbhata bereikt Sadhaka het gewenste resultaat met behulp van de rede, het vermogen om zaken van elkaar te onderscheiden. Volgens Chakrapani, is Sadhaka verantwoordelijk voor moed, angst, boosheid, vreugde en illusies. Dulhana beschrijft Sadhaka als iets wat ons het vermogen schenkt om de doelen van het menselijk leven te bereiken.   

Fysiologisch gezien, wordt de uiting van emotie en motivatie in het gedrag verklaard als de materiele visie van de geest die omgezet wordt in de interactie tussen zenuwcentra in het brein. Op nog onverklaarbare wijze houdt dit verband met de activiteit van het hart.

Electrofysiologisch onderzoek (Pokrovski, 2003) heeft uitgewezen dat het product van electromagnetische  “pacemaker” cells, die het hart doen samentrekken, geleidt wordt naar de hersenstam en de tonus van de Formatio reticularis versterkt. Dit bepaalt in hoeverre men bewust is van materiele zaken.

 

Alochaka (in Sanskriet Ālocaka; “wortel” – āloc) betekentnadenken, waarnemen”, en is verantwoordelijk voor visuele waarneming. Gesitueerd in de ogen, Alochaka stuurt de waarneming en absorptie van licht (David Frawley, 2004) aan.

Fysiologisch gezien, is Alochaka gerelateerd aan bepaalde cellen in het netvlies, zogenaamde fotoreceptoren. Alleen deze cellen kunnen licht opvangen. We spreken van staafjes en kegeltjes, waarvan de structuur geïsoleerde segmenten bevat waar lichtgevoelige pigmenten (rodopsine) van vorm veranderen bij contact met licht. Hierdoor wordt een elektromagnetische puls gegenereerd, die door de oogzenuw naar het brein geleidt wordt. Vervolgens ontstaat het beeld.

Verstoringen van Alochaka Pitta worden geassocieerd met zicht beperkingen

 

 

Voorbeeld van het onderdeel “Subdosha” in het Vedapulse systeem”:

Gele zone – uitputting van/tekorten in de bijbehorende subdosha

Groene zone – normaal

Rode zone – overenergie/spanning in de bijbehorende subdosha.

 

TERUG