Subdosha Deel 1: Vata dosha

 

In principe behelst de theorie van de drie biologische krachten (dosha’s) alleen de buitenkant van het veelomvattende en rijke Ayurvedische concept. Zo omvat elke dosha de essentie van vijf aanvullende systemen, de zogeheten  ‘subdosha’s’.

Ze komen voor in latere verhandelingen door Sarngadhara,  Bhavamisra en andere auteurs van Ayurvedische teksten. Door onderscheid te maken tussen dosha’s en subdosha’s krijg je dieper inzicht in het ontstaan en de ontwikkeling van ziekte en/of dysfunctie. In het Sanskriet komt ‘an’ in de naam van de vijf subtypen van de Vata-dosha voor. Dat betekent  ‘om te ademen’  of  ‘de levering van energie’. Laten we er een beschrijven.

 

Prana (in Sanskriet, Prana, pra+an+a) – betekent letterlijk ‘dat wat leven geeft en mogelijk maakt om lange tijd te bestaan’. De belangrijkste betekenissen van Vata-dosha zijn: kracht; een poëtische symbool van de ziel; het leven. Vanuit yoga-principes gedacht levert prana dankzij de ademhaling energie aan het ‘pranische (etherische) lichaamssysteem’ van Nadi-kanalen (kanalen waardoor het bewustzijn stroomt). Deze energie geeft leven aan het fysieke lichaam, maakt alle lichaamsprocessen mogelijk en zorgt voor de homeostase om het leven voort te kunnen zetten.

Het gaat om fundamentele lichaamsprocessen als osmose, diffusie en vervoer van werkzame stoffen via celmembranen. Deze zijn alleen mogelijk met de energie die het lichaam via prana binnenkomt. Je zou het kunnen zien als de zuurstof die nodig is voor oxidatie (verbranding) en de productie van energie in de cellen. Prana is echter niet zozeer de ‘zuurstof’ maar de energie die vrijkomt door het ingewikkelde proces van weefselademhaling. Je zou het kunnen vergelijken met elektriciteit die nodig is om de televisie aan te zetten. De televisie staat dan voor het fysieke lichaam. Zonder elektriciteit (prana) is die tv niet meer dan een stapel kunststof en metaal.

 

In de moderne biofysica bestaat een equivalent voor wat wij ‘prana’ noemen. Daar gaat het om  totaal ongebonden en elektrisch geladen energie die zich vrij beweegt door weefsels en die gehoorzaamt aan de bekende natuurwetten. Helaas doet de moderne wetenschap (nog) niets met het prachtige proces waarbij cellen en celstructuren geconcentreerde energie absorberen, gebruiken en in verbinding staan met de bronnen van die energie.


Volgens de Ayurveda regelt prana in de hersenen veel viscerale functies waarvan we ons niet bewust zijn. Maar in eerste instantie bestuurt prana de ademhaling. En verder de zintuigen, de geest, het hart en het bewustzijn (David Frawley, 2004). Met onze intuïtie ontvangen we informatie uit onze omgeving. De manier waarop dat gebeurt en de mate waarin, hangt nauw samen met de gevoeligheid van onze zintuigcellen. Daarnaast heeft ons geestelijk evenwicht alles te maken met de cyclus van slapen en waken. Deze cyclus is weer van grote invloed op ons zenuwstelsel en wordt gereguleerd door ons oudste hersendeel, de hersenstam.


Als we het over het ‘hart’ hebben, dan zien we dat als een orgaan dat te maken heeft met bloedcirculatie, maar ook als het centrum van onze emotionele gevoelens (Ahankara). Volgens yoga-principes drukt onze ziel zich uit via het hart. Dat maakt meteen duidelijk waarom prana ook alles te maken heeft met de ‘verlichting’ van ons bewustzijn in een materiële wereld. Het hart verbindt ons lichaam met onze innerlijke mens, onze ware onsterfelijke persoonlijkheid. Prana is daarbij het deel van de kosmische vitale energie die alle andere soorten Vata-dosha’s in het lichaam controleert.

Volgens yoga-principes is prana gerelateerd aan de Sahasrara-chakra.

 

Udana (in Sanskriet, Udana, ud = urdhva, ud+an+a), betekent letterlijk ‘what goes up’, dus wat naar boven gaat. De belangrijkste betekenissen van het type Vata-dosha zijn: de navel, slangensoorten.

Prana bestuurt via de ademhaling en stofwisseling onze levenskracht. Udana verfijnt de stijgende energie zodat fysiologische processen zich kunnen voltrekken. In het borst- en keelgebied controleert udana de uitademing en het spreken. Verder is het verantwoordelijk voor het geheugen, de wilskracht en het doorzettingsvermogen (David Frawley, 2004). Het fysiologische equivalent van ‘udana’ is de zintuiglijke informatie over de viscerale organen (de ingewanden) die neurotransmitters doorgeven via de sensorische zenuwen in het borstgebied.

 

Samana (in Sanskriet, Samāna; sam+ an+a, sam = samanta), betekent ‘in het midden, of, de lucht in evenwicht’. De belangrijkste betekenis is Vata-dosha; vervuld met trots, gelijkwaardig, gelijksoortig, gelijkend op.

Samana ligt in de buurt van het spijsverteringsvuur. Het beweegt alle richtingen op in ‘coshtha’ (het gebied van de spijsvertering en buikorganen), houdt voedsel in het spijsverteringsgebied, verteert het, scheidt de waardevolle moleculen van de afvalstoffen en verwijdert die. Daarom is Samana geconcentreerd in de dunne darm en stuurt het via het zenuwstelsel het spijsverteringssysteem aan. (David Frawley, 2004).
Vanuit een fysiologische invalshoek gaat het om uitlopers van het zenuwstelsel in het gebied van de zonnevlecht die betrokken zijn bij de aansturing van het spijsverteringsproces (uitscheiding, peristaltiek, absorptie, etc.). Het belangrijkste doel is prana-energie uit voedsel op te nemen en aan  de weefsels af te geven. Energetisch gezien, volgens de yoga-principes, is Samana verbonden met de Manipura-chakra.

 

Viana (in Sanskriet, Vyāna; vi+an+a, vi = vyāpti), betekent ‘een binnendringend of zich verspreidende lucht’. De belangrijkste betekenis: het is een type van de Vata-dosha; binnendringend. Viana is geconcentreerd in het hart en verspreidt zich via het vasculaire systeem door het gehele lichaam. Het stuurt het circulatiesysteem, de spierspanning, de snelheid van de zenuwimpulsen en de endocriene functies aan.
 Vanuit een fysiologische invalshoek spreken we over de overdracht van energie door het bloed naar de organen die de motoriek en de endocriene klieren verzorgen. 
Ontregeling van Viana heeft te maken met bloeddrukproblematiek, de hoeveelheid auto-immune processen in de spieren (myasthenia) en de zenuwen (multiple sclerose) en veroorzaakt endocrinopathie (ziekten van de endocriene klieren).

 

Apana (in Sanskriet Аpāna ; apa+an+a) betekent ‘wat leven bevordert, brengt activiteit’ of de ‘bewegende neergaande lucht’. De belangrijkste betekenis is Vata-dosha: de colon (dunne darm).
Apana concentreert zich in de dunne darm en bestuurt alle neergaande zenuwimpulsen. Het stelt het lichaam in staat om sperma, menstruatie, faeces, urine en de foetus tijdens de bevalling uit te scheiden. (David Frawley, 2004).

Fysiologisch gezien is Apana verbonden met de sacrale plexus die de organen aanstuurt onder in de buikholte en het bekken (dunne darm, urinewegstelsel, voortplantingssysteem). Energetisch gezien, volgens yoga-principes, behoort Apana tot de Swadhisthana and Muladhara chakra’s.
Terwijl udana (lucht in opwaartse richting) de levenskracht draagt en bijdraagt aan de evolutie of bevrijding van bewustzijn, is apana neerwaarts gericht, brengt de levenskracht naar beneden en leidt tot een verlaging van bewustzijn. Hoe dan ook, Apana helpt en stuurt alle andere types van vata-dosha aan. Alle overtredingen hiervan zijn de basis van storingen in het Vata-type. Daarom moet bij Vata-onbalansen de aandacht allereerst naar een behandeling van Apana gaan.


 

Een screenshot van de “subdoshas” tab in de ‘VedaPulse’-software

Gele zone – uitputting van/tekorten in de bijbehorende subdosha

Groene zone – normaal

Rode zone – overenergie/spanning in de bijbehorende subdosha.

 

TERUG